De tuinwijken Le Logis en Floréal
De tuinwijken Le Logis en Floréal zijn ongetwijfeld de parel onder de Belgische tuinwijken. De bouw van de twee woonwijken begon in 1922. Ze werden ontworpen als één groot complex, maar in opdracht van twee afzonderlijke coöperaties. Le Logis verenigde werknemers van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas (ASLK) maar ook ambtenaren. Floréal kwam er een jaar later op initiatief van arbeiders uit de sector van de boekdrukkunst. Dit dorp in de stad is sinds 1999 geklasseerd en beslaat ongeveer 1.500 woningen, een aantal openbare voorzieningen en winkels. En dat op een oppervlakte van 80 hectare!
De huizen herken je aan het typische ruwe, grijze pleisterwerk. Het complex wordt gewaardeerd om zijn weelderige natuur, met onder meer honderden Japanse kerselaars, boomgaarden, blauweregens en jasmijnen. Uiteraard is de lente het ideale moment voor een wandeling… en een picknick, waarom niet?
De tuinwijken Le Logis en Floréal
Tuinwijk Tuinbouw
Deze kleine tuinwijk werd gebouwd in 1936 in opdracht van de Société Nationale de la Petite Propriété Terrienne (SNPPT), en is van de hand van architect Jean-Jules Eggericx. Na zijn verblijf in Engeland tijdens de Eerste Wereldoorlog specialiseerde die zich in sociale woningbouw en meer bepaald in tuinwijken.
Tuinbouw is een soort miniatuurversie van Le Logis en Floréal, de bekendste Brusselse tuinwijken, en bestaat uit een aantal halfopen gepleisterde huizen met tuinen groot genoeg om een moestuin te onderhouden en enkele dieren (kippen, geiten, konijnen…) te houden.
Momenteel zijn alle woningen in privébezit. Sommige ondergingen een grondige renovatie en ogen nu wat chiquer!
Het is aangenaam wandelen in de soms wel brede, haast autovrije en met bomen omzoomde lanen. De rust staat er in schril contrast met de directe omgeving!
Tuinwijk Tuinbouw
Tuinwijk Jouët-Rey
Deze onopvallende tuinwijk ligt in een dichtbebouwd en sterk verstedelijkt gebied. In vergelijking met de andere Brusselse tuinwijken heeft deze wijk een aparte bestemming. De 32 huisjes zijn verspreid rond een semiprivaat park en werden tussen 1909 en 1910 gebouwd door de Hospices de Bruxelles. Destijds waren ze bedoeld voor bejaarden die een aantal voordelen genoten (toelage, gratis medische en farmaceutische verzorging, enzovoort) indien ze aan bepaalde voorwaarden voldeden.
Na een grondige renovatie van 1997 tot 1999 werd de woonwijk Jouët-Rey, onder leiding van het OCMW, een onthaalplaats voor kwetsbare inwoners van de gemeente, waarbij de nadruk ligt op solidariteit en ontmoetingen tussen generaties.
Het binnenpark is toegankelijk voor iedereen en staat volledig in het teken van de rust. Balspelen, honden en fietsen zijn verboden!
Tuinwijk Jouët-Rey
Tuinwijk Diongre
De tuinwijk Diongre is gebouwd tussen 1922 en 1925 in opdracht van de anonieme vereniging voor goedkope woningen van Sint-Jans-Molenbeek. Ze draagt de naam van haar architect, Joseph Diongre, die onder andere beroemd is als de ontwerper van het vroegere Nationaal Instituut voor de Radio-omroep of NIR (nu het Flageygebouw) en de Sint-Jan-Baptistkerk, die ook in Sint-Jans-Molenbeek staat.
Deze tuinwijk telt 112 woningen die harmonieus bij elkaar passen. De afwerking van deze bescheiden huisjes schakeert tussen het oker van de bakstenen en dakpannen enerzijds en het witte pleisterwerk anderzijds, en de deuren en vensterluiken zijn geschilderd in een blauw dat sommigen aan de kust doet denken... Als je goed oplet, zie je dat de architect heeft geprobeerd elk huis uniek te maken met een pictogram boven de deur!
Er heerst een authentieke dorpssfeer, en de kronkelende kasseistraatjes vallen in de smaak bij al wie houdt van rust en traditie!
Tuinwijk Diongre
Tuinwijk Het Rad
De gemeente Anderlecht telt drie tuinwijken en staat hiermee op nummer één op de lijst van Brusselse gemeentes. De huisvestingsmaatschappij de Anderlechtse Haard werd opgericht in 1907 en was heel actief in deze gemeente in het zuidwesten van Brussel. Tuinwijk het Rad zag al vroeg het levenslicht. In 1907-1908 werden de eerste woningen opgetrokken in de Burgerstraat en de Duivenmelkersstraat. De wijk breidde in de jaren 20 fors uit tot bijna 700 huizen en is rijkelijk voorzien van parken en groene ruimtes voor de inwoners. Het Lustplein vormt daar de belangrijkste van. Ook de Sint-Jozefkerk is gelegen in een mooi bosrijk park aan de ingang van de wijk.
Tuinwijk Het Rad
Tuinwijk Goede Lucht
Deze tuinwijk met een tot de verbeelding sprekende naam ligt ergens tussen de Brusselse Ring en de velden, op de rand van de gemeente Anderlecht. De Anderlechtse Haard begon in 1923 met de bouw ervan, maar het duurde maar liefst dertig jaar tot de werkzaamheden afgerond waren. Er werden 439 woningen opgetrokken voor de onteigende stadsbewoners die hun woning in het centrum moesten verlaten door de werkzaamheden aan de Noord-Zuidverbinding.
Alsof de naam van deze tuinwijk nog niet vrolijk genoeg is, stralen de straatnamen evenveel enthousiasme uit: Hygiënestraat, Waardigheidsstraat, Matigheidslaan, Vruchtbaarheidslaan, Geestdriftstraat, Geluksstraat...
Hier heb je echt het gevoel dat je niet meer in de stad bent!
Tuinwijk Goede Lucht
Tuinwijk Moortebeek
In 1921 verenigden enkele honderden coöperatieleden — meestal arbeiders uit de volkswijken in het centrum van Brussel — zich in de coöperatieve vereniging 'de Collectieve Haarden', met de bedoeling in Moortebeek een tuinwijk te bouwen. Deze wijk telt 330 huizen en 124 appartementen die onderdak bieden aan meer dan duizend mensen. Deze huizen werden ontworpen door zeven architecten waaronder Joseph Diongre, Fernand Brunfaut en Jean-François Hoeben.
Ter plaatse zul je zien dat de meeste woningen herkenbaar zijn aan hun twee kleuren: licht crèmegeel en oranjerood. Alle straten zijn genoemd naar beroemde schrijvers.
Wanneer de eerste coöperatieleden hun intrek nemen in hun huizen, zijn de werken nog niet af! Zo zijn er nog geen binnendeuren en geen water, elektriciteit of riolering. Ook de straten zijn nog niet ingericht en veranderen soms in modderwegen.
Tuinwijk Moortebeek
Tuinwijk Het Heideken
Rond het plein van Le Home ligt de tuinwijk Het Heideken, een creatie van architect-stedenbouwkundige Jules Ghobert. Hij begon in 1920 met het ontwerp op aanvraag van de coöperatieve vereniging Le Home, en de bouwwerkzaamheden duurden van 1923 tot 1924. Toen het project in de jaren 20 gebouwd werd, vormden de huizen een afgelegen groepje gebouwen tussen de velden! Het wegennet was toen niet wat het nu is, en de bewoners moesten een tiental minuten lopen tot aan de laatste halte van de tramlijn naar het stadscentrum.
Alle huizen zijn eengezinswoningen met een tuin. Oorspronkelijk werd er vooral ingezet op de groepssamenhang en was er geen plaats voor individuele toetsen. De pleintjes en squares die de verschillende zones aan elkaar linken, zijn bedoeld om sociaal contact te stimuleren.
In de wijk zie je overal hagen, maar word je ook ondergedompeld in een sfeer die iets wegheeft van een middeleeuwse stad of gemeente. De omgeving doet bijna denken aan het gemeenschapsleven in een begijnhof! Iets verderop kun je rustig gaan wandelen in het Boudewijnpark of het moeras van Ganshoren.
Tuinwijk Het Heideken
Tuinwijk Chomé
Deze wijk is minder bekend dan Terdelt en zag het daglicht in 1928 onder leiding van dezelfde Charles Roulet. Wist je dit? De naam is die van een ambtenaar en voorzitter van de burgerlijke godshuizen die op het einde van de 19de eeuw in Schaarbeek overleed.
De Schaarbeekse Haard, de eerste huisvestingsmaatschappij in Brussel, nam net als bij tuinwijk Terdelt het initiatief voor de bouw van deze woningen. In deze rustige wijk vormen de huizen een homogeen geheel, elk met hun eigen bijzonderheden.
Tuinwijk Chomé gaat nog meer op in het stedelijk weefsel en is dichter bebouwd. Toch is het een aangename plaats om te wonen. De voortuintjes scheiden elk huis van de straat en zorgen voor een gezellige groene toets!
Tuinwijk Chomé
Tuinwijk Van Lindt
Deze tuinwijk langs de snelweg in Oudergem is niet erg groot en ligt rond een groene ruimte, de Antoine Lindtsquare. De 89 woningen werden ontworpen door de architecten Vanderslagmolen en Verbist en in 1922 in gebruik genomen. Ze lijken op een Engelse cottage en hebben een voortuintje en een grotere achtertuin.
Het is een rustige en heel residentiële wijk, ondanks de ligging bij een grote verkeersader. Maar ze ligt ook dicht bij grote gemeentelijke sportfaciliteiten, de Roodklooster-site, het ADEPS-sportcentrum en de ingang van het majestueuze Zoniënwoud!
Tuinwijk Van Lindt
Tuinwijk de Saulnier
Vlak naast de tuinwijk Diongre kom je terecht in de tweede tuinwijk van Sint-Jans-Molenbeek: De Saulnier. Ook deze wijk is vernoemd naar de ontwerper en architect, dit keer Armand de Saulnier. Ze ontstond in 1923, heeft de vorm van een driehoek en hoewel de natuur er minder op de voorgrond staat dan in andere tuinwijken, is ook hier de binnenruimte van het complex ingericht als een gemeenschappelijke tuin. Je ziet meteen welke huizen bij deze tuinwijk horen, want ze zijn allemaal gebouwd met erg goedkope materialen: cementblokken met hier en daar rechthoeken van baksteen die de gebouwen een vleugje kleur geven.
De wijk is ongeveer even groot als Diongre en bestond vroeger uit 99 woningen die elk een individuele ingang met een afdakje hadden, wat het geheel een uniek karakter gaf.
In 2018-2019 werd de wijk volledig gerenoveerd tot een complex met 72 nieuwe sociale woningen.
Tuinwijk de Saulnier
Tuinwijk Heymbosch
De tuinwijk Heymbosch is door architect Camille Damman ontworpen in opdracht van de Jetse Haard. Hij staat in Brussel bekend om zijn liefde voor de art-nouveaustijl en later ook de art deco. Verschillende grandioze gebouwen in onze hoofdstad dragen zijn stempel.
De werken voor deze tuinwijk begonnen in 1921. Damman liet zich inspireren door het Engelse model en ontwierp een wijk van straatjes omzoomd door huizen met één verdieping en een voortuintje. De rode bakstenen huizen zijn eenvoudig gebouwd en lijken erg op elkaar. In het midden van de 'eilandjes' zijn tuintjes, waar meestal een moestuin aangelegd is. Nu nog steeds is de wijk een erg residentiële buurt, ver weg van de dagelijkse stadsdrukte of de verleiding om te gaan shoppen!
Tuinwijk Heymbosch
Tuinwijk Volta
De gemeente Elsene telt slechts één tuinwijk, genoemd naar de natuurkundige Alessandro Volta. In deze straat lagen de kantoren van de vroegere Régie d'Electricité, vlak bij het bekende kerkhof van Elsene. Het complex werd in 1914 gedeeltelijk ontworpen door architect Joseph Caluwaers maar werd pas in 1925 gebouwd voor rekening van de Société Anonyme des Habitations à bon marché d'Ixelles.
De 113 gebouwen bestaan uit eengezinswoningen en appartementen. Een deel van de tuinwijk wordt in 2021-2022 gerenoveerd.
Wist je dit?
Op nummer acht in de Ordestraat hangt een gedenkplaat ter ere van een moeder en dochter die tijdens de Tweede Wereldoorlog zes joodse kinderen onderdak boden.
Maar de tuinwijk kan ook prat gaan op een mooi speelplein, aangelegd op een breed perceel binnen het huizenblok tussen de Pleisterstraat en de Victor Semetstraat.
Tuinwijk Volta
Tuinwijk Homborch
De 120 woningen in de tuinwijk Homborch werden gebouwd tussen 1928 en 1930. De Ukkelse coöperatie voor goedkope woningbouw schakelde architect Fernand Bodson in om het grote aantal bouwvallige woningen en barakken in de gemeente Ukkel in te perken. Volgens het verhaal verliepen de werkzaamheden tegen het einde zo stroef dat de architect regelmatig zelf aan het station arbeiders moest gaan ronselen en ze naar de bouwwerf moest brengen!
De tuinwijk is gebouwd op het Homborchveld, een plateau met een unieke topografie, en heeft meerdere uitbreidingsfases meegemaakt. Ze is gerenoveerd in de jaren 2010.
Hier staan geen fraaie villa's zoals in andere Ukkelse wijken, maar kleine, witte huisjes met een echte dorpssfeer, kasseistraatjes... De wijkbewoners zijn een bonte mix van jong tot oud, van rasechte Brusselaars tot net geïmmigreerde burgers, enzovoort.
Tuinwijk Homborch
Tuinwijk Verregat
De tuinwijk Verregat (afgeleid van 'varkensgat') ligt op een steenworp van de Heizelvlakte, die amper verstedelijkt was toen de wijk werd gebouwd. Waar nu de wijk is, lagen vroeger een boerderij en een paardenrenbaan op een terrein van twee hectare. Het project is ontworpen onder de vlag van de coöperatieve huurdersvereniging Le Home en werd in twee fasen gebouwd: van 1922 tot 1926 door de architecten Henri Derée en Jules Ghobert, en daarna van 1951 tot 1953 door diezelfde Ghobert. In de jaren 1920 verrezen er 177 huizen en een appartementengebouw, in de tweede fase kwam er een reeks appartementengebouwen met drie verdiepingen bij.
Bij een wandeling door de tuinwijk merk je vast op dat de straatnamen verwijzen naar de plantenwereld: Bieslookstraat, Pioenenstraat, Saliestraat, Rosmarijnstraat... De kasseistraten en het groen dat overal groeit, maken van deze tuinwijk een echte oase van rust in de schaduw van het Atomium!
Tuinwijk Verregat
Tuinwijk Terdelt
Tegenwoordig is 'Terdelt' een manier om een wijk aan te duiden. Je zou dus bijna vergeten dat het een historische tuinstad is waarvan het eerste deel tussen 1924 en 1926 werd gebouwd door Charles Roulet en Henri Jacobs zoon.
Op vraag van de Schaarbeekse Haard lieten de twee architecten een reeks zogenaamd bescheiden woningen bouwen. Al snel worden in dezelfde periode meer dan 200 individuele, stuk voor stuk verschillende huizen opgetrokken en verkocht. De meeste hebben ook straattuintje.
Het is er rustig leven, onder meer dankzij de smalle, gebogen straten die druk autoverkeer onmogelijk maken. In deze wijk kennen de inwoners elkaar en genieten ze van de plaatselijke infrastructuren zoals het sportcentrum (atletiekpiste, tennisbaan enzovoort).
De huizen zijn ruim en de buiteninrichtingen maken de wijk aantrekkelijk. De pleintjes, speeltuinen en met bomen omzoomde lanen stralen harmonie uit en bieden goed verluchte ruimtes, ideaal om te ontspannen!
Tuinwijk Terdelt
Tuinwijk Kapelleveld
Benieuwd naar de geest en stijl van het modernisme? Breng dan zeker een bezoek aan tuinwijk Kapelleveld! In sommige straten van de tuinwijk vind je een aaneenschakeling van gepleisterde blokken!
Tuinwijk Kapelleveld werd ontworpen door de stedenbouwkundige Louis Van der Swaelmen, ontwerper van de tuinwijken Le Logis en Floréal in Watermaal-Bosvoorde, en werd tussen 1922 en 1926 gebouwd door de avant-gardistische architecten Antoine Pompe, Huibrecht Hoste, Jean-François Hoeben en Paul Rubbers. Ze tekenden meer dan 400 huizen met negentien verschillende types, waaronder tien handelsruimtes. De wijk beschikt ook over verschillende diensten waaronder een feestzaal, sportvelden en een speelplein. En als kers op de taart kreeg de tuinwijk een treinhalte op de spoorlijn Brussel-Tervuren.
Kapelleveld bleef maar groeien en telt vandaag 750 woningen!
Wist je dit? Deze modernistische stijl doet soms denken aan de typische koloniale architectuur van Congo.
Tuinwijk Kapelleveld
Tuinwijk Coquilhat of Tuinwijk van de Etterbeekse Haard
Deze tuinwijk werd gebouwd door de Etterbeekse Haard, een maatschappij voor de bouw van goedkope woningen, volgens een bouwaanvraag uit 1922. Ze ligt achter de artilleriekazerne Rolin, in de bekende wijk Jacht, op een boogscheut van die andere Etterbeekse tuinwijk, Jouët-Rey. Tuinwijk Coquilhat is een oase van rust in een groene omgeving en bestaat uit 92 arbeiderswoningen met privétuin. Ook hier werd gestreefd naar een compromis tussen architectuur, natuur, comfort en sociaal leven.
De tuinwijk werd ontworpen door de architecten Hubert Marcq en Edmond Serneels. En die slaagden erin een pittoresk complex te creëren met rustige en subtiel beplante straatjes waar de auto geen koning is!
Tuinwijk Coquilhat of Tuinwijk van de Etterbeekse Haard
Cité-jardin de Haren-Paroisse
De tussen 1926 en 1932 gebouwde tuinwijk Haren-Paroisse werd ontworpen door de beroemde architect Paul Hamesse in samenwerking met zijn broers. De gebroeders Hamesse, onder leiding van Paul, waren bekende namen in de Brusselse art nouveau. Ze ontwierpen ongeveer tweehonderd gebouwen in Brussel, waaronder winkels, woningen en ontspanningsruimten.
Haren-Paroisse ligt aan de rand van het Brusselse Gewest, vlak aan de grens met Vlaanderen. De tuinwijk werd gebouwd tegenover het kerkhof van Haren, en is een van de kleinste in het Brussels Gewest. Ze bestaat uit slechts twintig woningen, destijds gebouwd in opdracht van de ‘Brusselse Haard’, de voorloper van het huidige ‘Brusselse Woning’, een vastgoedmaatschappij van openbaar nut die inmiddels meer dan 4.000 sociale woningen beheert. Vandaag bezit Brusselse Woning veertien van de twintig huizen.
De kleine huizen zijn gebouwd met baksteen, gedeeltelijk gepleisterd, en ontworpen in de cottagestijl, een tendens die het midden houdt tussen stedelijk en landelijk. In 2016-2017 werd een uitgebreide renovatie uitgevoerd. Je zal merken dat deze tuinwijk in een prachtige staat verkeert, de oorspronkelijke charme en uitstraling werd behouden, met kleurrijk houtwerk als toemaatje!
Cité-jardin de Haren-Paroisse
Tuinwijk Zwarte Dennen
De wijk Zwarte Dennen ligt op het grondgebied van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe en is niet de bekendste van allemaal. Ze werd gebouwd tussen 1923 en 1936 op een driehoekige verkaveling en telt bijna vierhonderd huizen. De ontwerpers zijn de stedenbouwkundige Louis Van der Swaelmen en de architecten Vanderslagmolen en Verbist , in opdracht van de Société coopérative des Constructions et Habitations à Bon Marché de Woluwé-Saint-Pierre.
Wil je graag een bezoek brengen aan deze tuinwijk? Dan zul je merken dat ze verschillende namen heeft, wat voor verwarring kan zorgen: tuinwijk Zwarte Dennen, tuinwijk van Stokkel, tuinwijk Mooi-Bos, tuinwijk van Vorst, Duivenschieting... En Marokko, door de heel landelijke en geïsoleerde, bijna woestijnachtige ligging in die tijd. Er was ook geen openbaar vervoer, water of elektriciteit.
De huizen hebben grote tuinen. Maar wat nog beter is: het reusachtige Zoniënwoud ligt er vlak naast. Ideaal om je wandeling voort te zetten!
Tuinwijk Zwarte Dennen
Tuinwijk Wannekouter of tuinwijk van de Lakense Haard
De 43 woningen van deze modeltuinwijk zijn in 1922 uitgetekend door de architect Paul Robberechts in opdracht van de Lakense Haard. De woningen zijn gegroepeerd per vier of vijf en zien eruit als grote huizen.
Wanneer je er rondloopt, merk je op dat de daken van de woningen erg spits zijn en dat de gebouwen een in het oog springende rood-oranje kleur hebben. De meeste gebouwen staan rond binnenplaatsen die je bereikt via een boog tussen twee huizen of via een doorgang. En overal groeien de planten welig!
Deze tuinwijk werd na 2004 gerenoveerd.
Tuinwijk Wannekouter of tuinwijk van de Lakense Haard
Tuinwijk La Cité Moderne
Na Le Logis en Floréal is Cité Moderne misschien wel de bekendste Brusselse tuinwijk. Je herkent deze 'moderne stad' dan ook uit de duizend! Ze werd tussen 1922 en 1924 gebouwd in opdracht van de gelijknamige coöperatie. De modernistische stijl is van de hand van Victor Bourgeois, het boegbeeld van het Belgische modernisme, en is sinds 2000 geklasseerd als erfgoed.
Bourgeois werkte samen met architect-landschapsarchitect Louis van der Swaelmen om dit gebouwencomplex te verwezenlijken (met 274 woningen in plaats van de oorspronkelijk voorziene 500) op een terrein van ongeveer zes hectare in de westelijke buitenwijken van Brussel.
De stijl leunt opvallend aan bij die van de tuinwijk Kappelleveld: ook daar staat een hele reeks kubusvormige gebouwen met een plat dak. Maar in vergelijking met de andere tuinwijken ziet Cité Moderne er minder groen uit en valt de witte pleisterlaag op de gebouwen meer op dan de beplanting. Bovendien merk je tijdens een wandeling in de tuinwijk op dat het onderhoud van de gebouwencomplexen een beetje te wensen overlaat...
Tuinwijk La Cité Moderne
Tuinwijk Forest-Vert
Deze tuinwijk werd in 1922 ontworpen door architect Henri Van Montfort in het kader van een open wedstrijd die in dat jaar werd georganiseerd door de Vorstse Haard. Vijf jaar later volgde de plechtige opening. De vrij typische sociale woningen waren in die tijd erg handig voor werknemers, want in de vlakbij gelegen industriezone langs de Neerstalsesteenweg rezen aan het begin van de 20e eeuw de fabrieken als paddenstoelen uit de grond.
Als je door de tuinwijk wandelt, merk je meteen dat ze doorkruist wordt door tal van straatjes die naar openbare pleinen vol groen en natuur leiden.
Forest-Vert werd al meerdere keren uitgeroepen tot 'duurzame wijk', en die reputatie heeft de wijk niet gestolen. Er worden tal van initiatieven bedacht en acties ondernomen voor het milieu (zoals moestuinen, composteren en netheidsacties) en om de gezelligheid en sociale samenhang te bevorderen.
Tuinwijk Forest-Vert